Kwart miljoen voor kanoetenonderzoek
Dr. Kimberly Mathot van het NIOZ heeft een Veni beurs ontvangen van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek. Mathot gaat de Veni beurs van 250.000 euro gebruiken voor onderzoek naar hoe en waarom individuele kanoeten verschillen, in de manier waarop ze investeren in kennisvergaring en wat de gevolgen zijn van zulke verschillen in het zoeken van voedsel en trekgedrag.
Kennis in een onzekere wereld
De kanoetenondersoort Calidris canutus islandica broedt op de Arctische toendra en overwintert langs de kustgebieden van Noordwest-Europa. Het verzamelen van informatie is noodzakelijk voor de kanoeten om hun gedrag aan te passen aan de constant veranderende omstandigheden in hun leefomgevingen. Individuen verschillen vaak in hoeveel ze investeren in kennisvergaring. Met de Veni beurs wil Mathot begrijpen hoe en waarom individuele kanoeten verschillen in de manier waarop ze investeren in kennisvergaring en hoe ze zich aanpassen aan hun snel veranderende wereld. Ze zet het onderzoek samen op met hoogleraar Trekvogelecologie Theunis Piersma.
Gedragsecologe
Kimberley Mathot studeerde gedragsecologie in Canada. In 2005 liep ze stage bij het NIOZ en onderzocht ze gedrag en fysiologische aanpassingen van kanoeten op veranderingen in waargenomen predatiegedrag. Dit deed ze samen met Piet van den Hout (werkpakketleider kanoet binnen Metawad). Na haar promotie in 2010 in Canada, werkte ze als postdoc bij zowel de afdeling Gedragsecologie en Evolutionaire Genetica als bij de onderzoeksgroep Evolutionaire Ecologie van Variatie bij het Max Planck Institute for Ornithology in Duitsland. In het najaar keert ze terug bij het NIOZ.
Veni beurs
Veni is een financieringsinstrument uit de Vernieuwingsimpuls van NWO voor excellente onderzoekers die onlangs gepromoveerd zijn. De onderzoekers staan aan het begin van hun wetenschappelijke carrière en vertonen een opvallend talent voor wetenschappelijk onderzoek. De pas gepromoveerde onderzoekers krijgen met de Veni van 250.000 euro de kans om gedurende drie jaar hun ideeën verder te ontwikkelen.