Genetische variatie onder drieteentjes beperkt
Drieteenstrandlopers die op Groenland of in Siberië broeden verschillen genetisch gezien veel minder van elkaar dan kanoeten die in die twee gebieden broeden. Dat schrijven Jesse Conklin en collega’s in het jongste nummer van het Journal of Ornithology. Het beperkte genetische verschil was een tegenvaller voor de onderzoekers, omdat zij hadden gehoopt dat zij door genetische analyse de oorsprong hadden kunnen onderzoeken van de drieteentjes die buiten het broedseizoen langs de kusten van West-Europa tot in zuidelijk Afrika voorkomen. Van ‘Groenlandse’ drietenen is bekend dat zij daar ’s winters voorkomen, van Siberische soortgenoten is dat nog onduidelijk. Het beperkte genetische verschil laat ook zien dat de verspreidingsgeschiedenis van de drietenen sinds de laatste ijstijd heel anders is verlopen dan van de kanoeten. Die hebben op Groenland en in Siberië wél duidelijk te onderscheiden genetische lijnen ontwikkeld.
Meer informatie: conklin.jesse@gmail.com