Expeditie Banc d’ Arguin 18 november – 10 december 2013
Piet van den Hout is met zijn onderzoeksteam terug uit Mauretanië. Drie weken lang deden ze veldwerk op de wadplaten van de Banc d’ Arguin. Hier een overzicht van de belangrijkste onderzoeksresultaten.
Met mistnetten werden 199 kanoeten (Canutus canutus canutus), 10 rosse grutto’s (Limosa lapponica taymirensis) en 44 drieteenstrandlopers (Calidris alba) gevangen. De vogels werden gemeten, gekleurringd en vervolgens vrijgelaten. In totaal werden 143 gekleurringde rosse grutto’s teruggezien en maar liefst 634 gekleurringde kanoeten. Dit is een geweldig resultaat, want hoe meer aflezingen des te betere overlevingsschattingen er gemaakt kunnen worden.
Dat waddengebieden inderdaad wereldwijd met elkaar verbonden zijn (vandaar de naam ‘Metawad’), blijkt onder andere uit aflezingen van lepelaars. Van de 40 afgelezen lepelaars waren er 14 gekleurringd in Nederland.
Het percentage juveniele kanoeten in de lokale populatie was 7.5%. Het werd bepaald door per deelgebied (het studiegebied is in deelgebieden opgedeeld) het aantal adulte en juveniele vogels te tellen (zie figuren 1 en 2).
Figuur 1. Percentage juvenielen in de lokale populatie op basis van aantallen adulten en juvenielen per deelgebied (zie ook figuur 2).
Figuur 2. Studiegebied met deelgebieden.
Ook werd een hoogwatertelling uitgevoerd. Alle doelsoorten waren in aanmerkelijk lagere aantallen aanwezig ten opzichte van 2012. Dit komt wellicht door de extreem hoge waterstanden waardoor vogels naar hoogwatervluchtplaatsen zijn uitgeweken buiten het studiegebied. Een overzicht van de getelde vogels (beperkt tot de Metawad-doelsoorten) in 2012 en 2013 is hieronder weergegeven.
Doelsoort | 2013 | 2012 |
kanoet | 9784 | 19499 |
rosse grutto | 13023 | 20494 |
drieteenstrandloper | 1494 | 2217 |
lepelaar | 247 | 433 |
Met dank aan Piet van den Hout.