Oude kanoeten tegen jongeren: “Donder op!”
Oudere, ervaren kanoeten drukken jongere dieren niet alleen weg naar gevaarlijke foerageergebieden. De jonge beesten moeten het ook nog eens doen met minder voedsel. Dat blijkt uit jarenlange observaties van foeragerende kanoeten op de Banc d’Arguin, door dr. Piet van den Hout en collega’s van het NIOZ. De resultaten van dit onderzoek zijn onlangs gepubliceerd in Animal Behaviour. “Dit onderzoek laat zien dat vogels niet ‘zomaar’ even naar een ander gebiedje kunnen verhuizen als ze ergens worden verstoord”, zegt Van den Hout.
“Met deze publicatie hebben we een eerdere hypothese moeten verwerpen”, erkent Van den Hout. “We waren aan de slag gegaan met een beroemde publicatie van de Schotse bioloog Will Cresswell. Die had ontdekt dat jonge, onervaren tureluurs veiligheid ‘ruilen’ voor beter voedsel. Zij kunnen foerageren op rijkere voedselgronden omdat ze daar het risico op predatie door roofvogels voor lief nemen. In eerste instantie dachten wij dat ook bij de kanoeten rond de Banc d’Arguin te zien, maar nadat we veel meer gegevens hebben kunnen verzamelen kijken we daar toch anders tegenaan.”
Voorspelbaar gedrag
Voor dit onderzoek bestudeerden Van den Hout en collega’s niet alleen de foeragerende kanoeten op de wadplaten van de Banc d’Arguin. Ze namen ook bodemmonsters om te zien wat voor voedsel de verschillende groepen vogels in principe tot hun beschikking hadden, en raapten uitwerpselen om te kijken wat ze daadwerkelijk aten. “Ik heb dit onderzoek eerst in onze eigen Waddenzee geprobeerd op te zetten, maar daar duiken de kanoeten veel te onvoorspelbaar op, om een volgend moment weer kilometers verderop te gaan zitten. Op de Banc d’Arguin was het gedrag van de vogels veel beter voorspelbaar en daarmee beter te bestuderen. Alleen daar konden we meer dan 1.200 uur vogelgedrag direct koppelen aan bijna 600 bodemmonsters.”
Van den Hout beschrijft in het artikel hoe jonge kanoeten in
Mauretanië niet alleen worden weggedrukt naar de foerageergebieden waar ze meer risico lopen om door grote valken te worden gepakt, het zijn ook de gebieden waar ze minder en slechter voedsel vinden. De jonge vogels moeten daardoor veel langer foerageren dan de ouderen. “Het is bij deze kanoeten dus geen kwestie van
‘gevaar in ruil voor beter eten’, ze worden gewoon weggeconcurreerd door de ervaren ouderen.”
Persoonlijke banden
Dat Van den Hout de ‘ruil-hypothese’ van Cresswell voor de kanoeten moet verwerpen betekent volgens hem zeker niet dat dit voor de tureluur ook moet gebeuren.”Er zijn nu eenmaal enorme verschillen tussen soorten en situaties. Aan het ene eind van het spectrum heb je bijvoorbeeld ganzen, die in familieverbanden trekken en ook samen voedsel zoeken. Daar spelen persoonlijke banden tussen individuele dieren een belangrijke rol. Aan het andere eind staat blijkbaar de jonge kanoet die regelmatig op zijn lazer krijgt als hij te dicht bij de ervaren oudere vogels komt kijken hoe zij dat nou doen, die goede schelpdieren vinden. Jonge kanoeten gaan ook apart van de ouderen op trek. De tureluurs van Cresswell lossen die conflicten met de ouderen blijkbaar net iets anders op dan de kanoeten.”
Verstoring
Het onderzoek naar het gedrag van jonge en oude kanoeten is niet alleen belangrijk om de ecologie van de vogels te begrijpen, vindt Van den Hout. “Er zitten ook heel directe praktische consequenties aan vast. Bij discussies rond verstoring in bijvoorbeeld onze eigen Waddenzee wordt vaak nogal makkelijk geconcludeerd dat de vogels wel ‘even’ naar een andere wadplaat kunnen verkassen.
Dit onderzoek laat zien dat de vogels daarbij wel degelijk aan allerlei beperkingen gebonden zijn.”
Nadere informatie: piet.van.den.hout@nioz.nl